Daling afvalbeheerkosten

De kosten van afval- en grondstofbeheer zijn over de afgelopen 10 jaar met 10% gedaald, zo blijkt uit de benchmark. Gaat de daling verder of hebben we het laagste punt gehad?

De afvalstoffenheffing en de afvalbeheerkosten laten al bijna 10 jaar een dalende trend zien. Niet alleen het VANG-beleid maar ook efficiencymaatregelen in de uitvoering zijn daar debet aan, zo laat de Benchmark Huishoudelijk Afval zien. Maar blijft dat zo?

Sinds 2010 laat de gemiddelde afvalstoffenheffing in Nederland een dalende trend zien. Jaarlijks publiceert Rijkswaterstaat de hoogte van de afvalstoffenheffing van alle gemeenten in Nederland en genereert daaruit een gewogen gemiddelde. Daar waar deze in 2009 nog gemiddeld 252 euro per huishouden bedroeg, was dat in 2018 gemiddeld 232 euro per huishouden: een daling van bijna 10%.


In de Benchmark Huishoudelijk Afval wordt als kostenindicator de afvalbeheerkosten gehanteerd. Verschil met de afvalstoffenheffing is dat het om een kostenindicator gaat en niet om inkomsten. Uitgaande van 100% kostendekkendheid zou er geen verschil moeten zitten in beide indicatoren, echter in de benchmark worden toegerekende kosten voor aanpak zwerfafval, kwijtschelding en ook voor btw-compensatie niet meegenomen. Die zitten er bij de heffing vaak wel bij in.

De gemiddelde afvalbeheerkosten in de Benchmark Huishoudelijk Afval bedroegen in 2017 168 euro per huishouden, iets meer dan 70% van de gemiddelde afvalstoffenheffing. Ook de afvalbeheerkosten in de benchmark laten een zelfde procentuele daling zien als de afvalstoffenheffing van circa 10%, waarbij wel moet worden opgemerkt dat het om een gemiddelde gaat van 185 deelnemende gemeenten. Wat is de oorzaak van deze kostendaling? En zit er nog meer in het vat?

Kostenverdeling

De afvalbeheerkosten zoals die in de benchmark zijn gedefinieerd bestaan uit drie kostensoorten: inzamelkosten, verwerkingskosten (incl. op- en overslag) en overige (indirecte) kosten. De inzamel en verwerkingskosten maken 83% van de totale afvalbeheerkosten uit. Fijn restafval, grof huishoudelijk afval, gft en pmd (excl. Vergoedingen) zijn daarbij de grootste kostenposten.
De overige kosten (17%) betreffen de kosten voor beleid, communicatie, handhaving, inning afvalstoffenheffing etc. Deze kosten zijn niet direct aan een afval- of grondstofstroom toe te rekenen.
Omdat de inzamel- en verwerkingskosten van fijn restafval, gft en pmd gezamenlijk meer dan 50% van de totale afvalbeheerkosten bepalen, is het gerechtvaardigd vooral op deze stromen in te zoomen om de daling van de afvalbeheerkosten te verklaren.

Fijn Restafval

De oorzaak voor de dalende afvalbeheerkosten wordt al direct gevonden bij fijn restafval. De kosten per huishouden die voor inzameling, op- en overslag en verwerking worden gemaakt zijn sinds 2012 met bijna de helft afgenomen. Dit komt enerzijds door het succes van VANG: meer afvalscheiding waardoor minder restafval wordt ingezameld. Maar ook de dalende verbrandingstarieven (door aflopende ‘ongunstige’ contracten) en de efficiencymaatregelen bij de inzameling (zijbelading, dynamische routeplanning) hebben hun steentje bijgedragen. Het laatste is goed te zien in de tweede grafiek waar de kosten per ton zijn weergegeven. De inzamelkosten per ton fijn restafval zijn sinds 2012 afgenomen met 10%.

Gft

Ook de kosten voor gft zijn afgenomen al is de daling niet zo sterk als bij restafval. Op basis van de toenemende hoeveelheid gft die gescheiden wordt ingezameld zou verwacht mogen worden dat ook de kosten stijgen. Het tegendeel is waar: sinds 2012 zijn de inzamelkosten per huishouden met een kwart afgenomen en de verwerkingskosten per huishouden met een derde. Vollere minicontainers hoeven ook niet tot hogere inzamelkosten te leiden en ook de toenemende efficiency (invoering zijbelading) hebben hun werking gehad (te zien aan de kosten per ton). De verwerkingskosten per ton laten een redelijk stabiel beeld zien.

Pmd

Voor de inzamelkosten van pmd is de tijdreeks pas beschikbaar vanaf 2013; het moment waarop de meeste gemeenten ook blik en drankenkartons gescheiden gingen inzamelen. De verwerkingskosten zijn pas beschikbaar vanaf 2015 toen gemeenten ook het verwerken en vermarkten aan hun takenpakket toevoegden. De inzamelkosten per huishouden laten een forse toename zien. Ook wel voorspelbaar gezien de enorme toename van de hoeveelheid pmd die gescheiden is ingezameld. Aan de inzamelkosten per ton is te zien dat er ook nog wel een efficiencyslag bij de inzameling heeft plaatsgevonden, ofschoon er na 2015 niet veel beweging meer zit in de inzamelkosten per ton. Ook de verwerkingskosten per ton zijn sinds 2016 vrijwel stabiel, waarschijnlijk als gevolg van de meerjarencontracten die zijn afgesloten.

Blijven de kosten dalen?

De vraag is of de dalende trend zich de komende jaren doorzet. Weliswaar is de VANG-transitie nog niet ten einde en lopen de efficiencyverbeteringen bij de inzameling gewoon door, er zijn echter wel een aantal kostenverhogende factoren. De economie groeit weer, en dat brengt meer afval en hogere kosten met zich mee. Voor een aantal grondstoffen liggen de marktprijzen behoorlijk onder druk (wo papier) of moet meer worden betaald (wo hout). En ook de belasting op verbrandbaar restafval doet een duit in het zakje. Of dat deze kostenverhogende factoren de kostenverlagende factoren de komende jaren verslaan is de vraag. Feit is wel dat de gemiddelde afvalstoffenheffing in 2019 weer stijgt. Een voorbode?

 

Dit artikel is gepubliceerd in GRAM, september 2019